
Rock 'n Roll
19-08-2013 16:36Het festivalterrein in Biddinghuizen zal er platgewalst en mistroostig uitzien nu alle feestgangers hun roes uit liggen te slapen thuis nadat ze de 3-secondententjes nog muffig en vochtig in de schuur gedumpt hebben, als bastaardkindjes die niets anders kunnen dan wachten tot iemand zich over ze zal ontfermen. De Lowlandsgrasmat zal opgelucht ademhalen nu alle ballast van zijn schouders weg is. Het zal vanavond rustig zijn geweest in de vele jonge huishoudens waar friet en pizza is gegeten voordat met een diepe zucht en zware benen de mars naar een nacht vol dromen werd gemaakt.
Ik weet hoe velen op de automatische piloot een glas melk voor zichzelf hebben ingeschonken, omdat een kop thee zetten nou eenmaal teveel handelingen vereiste. Ik weet hoe verdoofd en moe de festivalgangers zich voelden vandaag en hoe verdrievoudigd dat gevoel morgen zal zijn. Spijtig genoeg ben ik fris en werkte mijn brein prima, kon ik vanavond moeiteloos mijn persoonlijke record verbreken tijdens mijn rondje hardlopen en smaakte de koolhydraatarme maaltijd me als nooit tevoren. Ik was er namelijk niet bij.
Ik sliep niet in een tentje afgelopen weekend en hoorde niet het onmiskenbare campinggeluid van het openritsen van een stoffen deur. Ik hoefde 's ochtends ook niet over de berg afval van lege knakworstblikjes, bordjes en bekers en verdwaalde campingstoelen heen te stappen zodat ik mijn weg zou vinden naar het douchegebouw alwaar, na een enigszins bevredigende lauwwarme douche op blote voeten (want mijn slippers stonden nog thuis in mijn kast), de condensdruppels van de andere zesduizend badgasten op mijn schone en droge schouders zouden vallen en die, terwijl ik een droog broodje kaas bij de ontbijtkraam zou bestellen met een thee erbij om het weg te spoelen, verder zouden druipen langs mijn ruggegraat en opdroogden in het geultje tussen mijn onderrug en staartbeen, terwijl ik fris en bijgekomen plaats zou nemen in het zonnetje, nadat ik tot twee keer toe bij de partytent van de buren 300 meter verderop had gestaan. Niet dus.
Ik was er ook niet om op een degelijk stuk gras neer te ploffen om met nog een paar stellen hersens te praktiseren over de misvatting dat slakken traag zouden zijn terwijl ze, voordat je je tent dicht hebt geritst al naar binnen zijn gerend. Of waar ze zich overdag ophouden, als wij ons in de speelweide verkneukelen aan de tweedehands spulletjes op de markt terwijl de gele zomervriend genadeloos toeslaat op hun huisje dat van geen enkele zonwering voorzien is. Over dit soort onderwerpen heb ik het dus niet kunnen hebben de afgelopen paar dagen. Dat doe je simpelweg niet onder het genot van een bord spinazie terwijl de droger op de achtergrond piept dat de spijkerbroeken droog zijn.
Ik was zaterdagavond dapper genoeg om Lowlands te aanschouwen door een venster van glas dat bij ons aan de muur hangt. Ik draaide later die avond voor de triljoenste keer deze week The Soft Parade van The Doors waar zoveel rock 'n roll vanaf druipt dat ik het bijna op een zuipen zou zetten in mijn pyama met de kaarsjes aan.
De graagte die ik had om weer eens in de grotemensenspeelweide te spelen paste niet in mijn huis en het zou zomaar de verklaring kunnen zijn van mijn humeur deze 72 uur. Mijn blikje leukigheid lag op zijn kant en was leeggelopen...
Ik ben overduidelijk nog niet klaar om festivals aan anderen over te laten en het achteraf met andermans foto's op Facebook te doen.
Tot volgend jaar, Lowlands. Zet die batterijen van je in de lader; je zult ze weer nodig hebben volgend jaar om het hele terrein van goede sfeer te voorzien. Ik ben erbij!
Welterusten iedereen.
—————