
Ik had een droom
08-10-2013 20:51En die ging zo...
Ik woon in een klein appartementje op de tweede etage van een prachtig zeventiende-eeuws pand in Le Marais, Parijs.
Het is vandaag drie weken geleden dat ik vanuit Nederland naar hier ben verhuisd en ben iedere avond bezig geweest met het schilderen van de wanden in antiek wit, het schuren van de kozijnen om ze later in zachtblauwe verf te drenken, met het sprokkelen van stoelen en porceleinen potten en spulletjes en het snuffelen naar kant, karpet en beddengoed op de markt. Mijn handen zijn beurs en de blaren zijn pijnlijk gezwollen op plekken waar de kwast op heeft gerust. Ik zit in de brede vensterbank en kijk uit het raam, het raam waarop ik op slag verliefd was door de enorme hoogte ervan, en ik kijk naar beneden, waar enkele voetgangers voorbijgaan in het donker. Het trottoir glimt van de miezerige regenbui die maar niet weg lijkt te trekken en de stad bedekt met een natte sluier.
Ik ben moe van het lichamelijke werk en mijn borst voelt zwaar. Ik mis... ik mis iemand. Ik kijk om me heen en inventariseer wat ik nog nodig heb in dit kleine huisje waar ik de nieuwbakken eigenaresse van ben geworden. Twee meter oudroze stof zoek ik nog om de rommel in de kast achter te verbergen, gehaakte ecru kussenhoezen voor het viertal tweedehands eetstoelen, een krukje voor bij de uitzonderlijk mooie antieke, glimmend zwarte piano die ik bij deze woning kreeg... Ik til het deksel van de toetsen van de schoonheid op en laat mijn vingers over het zwart en wit glijden, een streep achterlatend in het stof. Ik schuif een stoel bij en neem plaats achter de piano en tracht een fragment van Frédéric Chopin te spelen, dat goedkoop klinkt omdat het ding nog niet gestemd is. Ik denk aan toen. Toen ik hier nog niet woonde en ik 's avonds door de Jardin du Luxembourg zwierf met de gitarist van een Parijs lokaal bandje aan mijn zijde, hij met een fles rode wijn in zijn hand en een volle rugzak waarin zijn hele leven zat, ik met een hunkerend lichaam, verdoofd door naïviteit en Parijse illusie, en een treinkaartje naar Amsterdam in mijn tas voor over twee weken. We namen om beurten een slok en moesten bij iedere teug een angst en een wens uitspreken. Het was fris die avond en het waaide, maar de knusheid en intimiteit warmde ons beiden.
Een kleine week later liep ik hem tegen het lijf met weer een fles rode wijn. En een schone francaise aan zijn zijde. Ik kon het hem niet kwalijk nemen. Hoe kon hij ook zoveel schoonheid, levensvreugde en wijsheid delen met slechts één vrouw?
Ik sluit het deksel van de piano met een doffe klap en hoor voetstappen in het trappenhuis, een gesmoord gesprek. De voetstappen houden stil. Gegiechel. Dan vervolgt het geluid zich verder naar boven en uiteindelijk hoor ik een deur op de derde etage in het slot vallen.
Ik hoor hoe een kraan wordt opengedraaid en hun bad zich vult met water. Ze zullen zich warmen aan de vloeibare warmte en in slaap vallen met hun natte haren verspreid over de hoofdkussens, hun lichamen tegen elkaar aan. Opnieuw voel ik een leegte. En ik merk dat ik huil. Tranen ontsnappen geluidloos aan mijn ogen en druppelen over mijn ooglid naar beneden. Parijs. De verlichte stad van liefde en romantiek. De ramen die ik zo mooi vond komen me plots te groot voor en het tweedehands allegaartje dat ik voor een habbekrats heb gekocht ziet er vervallen uit onder de hanglamp van een tientje.
Mijn telefoon gaat, het is mijn beste vriendin in Nederland. Hoe het met me gaat. Ik glimlach en haal diep adem terwijl ik mijn gezicht droog met de onderkant van mijn mouw. Ik zie dat het gestopt is met regenen en mijn charmante benedenbuurman zwaait lachend naar me voordat hij naar binnen gaat. Ik knik naar hem en lach terug terwijl ik praat met mijn vriendin zo'n zeshonderd kilometer verderop. Het voelt goed te weten dat ze aan me denkt en de zwaarte in mijn borstkas verdwijnt.
Parijs. Even was ik bang dat je me in de steek zou laten.
Ik hang op en pak de zware linnen gordijnstof en leg het onder de naaimachine terwijl ik een tekst bedenk voor de uitnodigingen aan mijn liefsten in Nederland. Want zaterdag ben ik jarig en vier ik het met wijn, kaas en de Franse laisser faire.
Zonder warmte geen Parijs. Maar zonder Parijs geen warmte.
Mijn wekker gaat en het is nog donker buiten. De telefoon geeft aan dat het maandag is. Ik heb gedroomd, maar wát ook alweer?
—————