
Gemiddeld
13-10-2013 20:26Gisteravond stond ik op twee vermoeide benen te genieten van de sprookjesachtige stem van Ane Brun, een Noorse zangeres die samen met haar geweldige band de zaal van Paradiso vulde met muzikale schoonheid.
Ik keek naar de toetsenist met zijn onmiskenbare Scandinavische naar links gestylde lok. Hij ging volledig in zijn muziek op en verloor zichzelf totaal in zijn spel, zijn bovenlichaam meebewegend bij iedere toets die hij beroerde en het trof me toen ik me bedacht hoe spijtig ik het vond dat ik nooit een instrument ben gaan bespelen. Of eigenlijk gaf ik mijn ouders er de schuld van dat ze mij nooit met superlijm aan een krukje achter een piano hebben geplakt tot ik feilloos Für Elise kon spelen.
Hoewel, het ging me niet eens om het ontbreken van een piano in de woonkamer in mijn jeugd. Het was gister eerder zo'n moment in die warme, donkere zaal vol met naar knoflook ruikende Ane Brun-liefhebbers dat ik me opnieuw zo ontzettend gemiddeld voelde. Zo gewoon. Zo middelmatig. Zo net niet.
Ik zou best piano kunnen leren spelen als ik zou willen, maar geloof niet dat ik er ooit in zal uitblinken - helemaal niet meer op mijn leeftijd. En vroeger reed ik veel paard, was ieder weekend op de boerderij te vinden. Ik deed mee aan dressuur- en springwedstrijden en won met wat geluk wel eens de eerste of tweede prijs, maar bezat geen talent om Anky van Grunsven van haar troon te stoten. Of beter gezegd: ik bezat niet het doorzettingsvermogen, de wil en de discipline om er retegoed in te worden, mijn jeugd volledig te wijden aan beter worden en Z-dressuur te rijden en kasten te vullen met gewonnen prijzen, dus reed in plaats daarvan huis-, tuin- en keukenwedstrijdjes op zonnige zondagen in mei.
Ook schreef ik als jong meisje al verhaaltjes en duwde die dan bij de buren in de brievenbus, ik maakte buurtkranten, ik schreef gedichten in mijn puberteit om verliefdheden van me af te schrijven en bedacht verhalen over paardenmeisjes, die ik met pen op papier tot leven bracht.
Een logische stap vond ik het om de open dag voor de Hogeschool van Journalistiek te bezoeken ter oriëntatie, en mezelf wellicht in te schrijven, maar eenmaal in die grote stad, in het trappenhuis van dat immense gebouw en die enorme hoeveelheid onbekenden die wel de weg leken te vinden in het doolhof van lokalen, vond ik mezelf nog te jong en onwetend om uit mijn veilige en kleine wereldje te springen en te verzuipen in het Utrechtse studentenleven. Ik vond het doodeng. Nu vind ik het doodzonde.
Woorden en taal zijn nog altijd een liefhebberij van me. En ik heb me vaak afgevraagd of ik er wel genoeg voor heb gedaan om te worden wat ik eigenlijk altijd al heb willen worden: tekstschrijver, redacteur of later als ik heel groot ben zelfs romanschrijver.
Ik ben te laf geweest om te staan voor mijn keuzes, te gaan voor wat ik werkelijk wilde en de sleutel om te draaien van de deur naar een leven waar ik zelfs niet aan durfde te ruiken. Slechts door angst geen talent te bezitten, te dertien-in-dozijn te zijn en te ongemotiveerd.
Ik sprak afgelopen vrijdag een collega, die aan de universiteit van Cambridge heeft gestudeerd en dus niet verlegen zit om een goed stel hersens, over onze genoten opvoeding. Hij vond dat zijn ouders gefaald hebben qua opvoeding en het tijdig draaien van het wiel als hij de verkeerde afslag dreigde te nemen. Bovendien werkte zijn moeder niet wat hij een slecht voorbeeld voor kinderen vond. Toch is hij aardig goed op zijn pootjes terecht gekomen.
Over werkende moeders zou je eindeloos kunnen discussiëren, maar feit blijft voor mij dat ik het heerlijk vond dat mijn moeder altijd thuis was. Wellicht zou ik andere studie- en beroepskeuzes hebben gemaakt als zij een hoge functie in het bankwezen of onderwijs had bekleed, maar zo is het leven nu eenmaal; het wordt gekleurd en beïnvloed door je omgeving en de personen die je pad kruisen.
Mijn moeder heeft mij altijd gesteund in alles wat ik wou - en dat was veel kan ik je vertellen-, maar heeft me nooit gestimuleerd of gedwongen een keuze te maken uit mijn duizend-en-een utopische ideeën en écht ergens mijn tanden in te zetten, iets wat ik nu wel bij mijn eigen dochter zou doen. Simpelweg omdat je als kind niet weet wat goed voor je is. Toegegeven moet het ook een karaktertrek van je zijn om tot het uiterste te gaan, en is het oneerlijk om je ouders van falen te betichten omdat je zelf niet de ballen hebt gehad om iets te maken van je bestaan, maar ik geloof wel dat veel van je keuzes met je opvoeding te maken heeft.
En nadat ik het zelfmedelijden van me af had geschud en mezelf in bewondering bij de hand liet nemen door de gracieuze bewegingen en mystiek en emotie van Brun, keek ik nog eens om me heen in deze prachtige zaal. Het scheelde enorm toen ik me bewust werd van het feit dat ik dezelfde middelmatigheid deel met het merendeel van dit gezelschap. Dat kenmerkt 'gemiddelden' immers: we zijn het gros die ervoor zorgt dat echt talent gezien wordt in de massa.
En bovendien: ik heb hopelijk nog een lange weg te gaan en dus nog tijd genoeg om van richting te veranderen. En dat gaat me lukken. Als ik maar graag genoeg wil...
—————